Friday, August 14, 2009

Deejay 100 % ISIS: ' Iedereen weet dat de muziek uit de top 40 niet per definitie de beste is, waarom moeten we daar dan toch 24/7 naar luisteren?'

INTERVIEW MET ISIS VAN DER WEL aka DEEJAY 100 % ISIS
door Erick Overveen

Wat ik interessant vind, Isis, in interviews heb je vaak gezegd dat je haast intuïtief voorvoelde dat je je als tiener, rond het jaar 1988, op de vooravond van een muzikale revolutie bevond.

Inderdaad. Op een gegeven moment heb ik echt bij mijn ouders moeten smeken om uit te mogen gaan. Ik zei: “jullie begrijpen het gewoon niet. Ik zit echt op het puntje van de golf, als ik er nu niet op meesurf, sla ik de plank volledig mis. Ik moet mee.” Het had en heeft ook te maken met wie ik ben. Ik wil mezelf niet meteen bestempelen als een elektronisch dans mens, maar het is wel zo dat ik vanaf jonge leeftijd al een diepe verbintenis ervoer met muziek. Met name met elektronische muziek. Veel meer dan andere mensen. Mijn geluk is geweest dat mijn ouders op een gegeven moment terug naar de randstad zijn verhuisd. Vanaf toen, ik was een jaar of 15, ben ik echt elke avond uitgegaan en als koortsachtig muziek beginnen te verzamelen. Je moet denken dat de housemuziek rond 1988, 1989 net een beetje begon op te komen en dat de goede feesten dun gezaaid waren. Daarom ging ik veel naar illegale loodsfeesten in Belgie. Van die donkere, industriële feesten weet je wel. Al gauw merkte ik dat Dimitri met kop en schouders boven de andere deejays uitstak. Hij had dat Fingerspitzengeful. Ik bedoel, Dimitri is muziek. Dimitri is muziek. Op een avond nodigde hij me uit om eens naar een optreden in de Roxy te komen. Daar ben ik niet meer weggegaan. Ik heb er echt jaren gezeten. Het was die legendarische tijd met Joost van Bellen, en Eddie de Clerq waarbij ik als een soort mascotte van de groep fungeerde. Mensen vragen me nog wel eens hoe ik daar achteraf op terugkijk: meestal zeg ik dan “ik was de jongste van de ouderen, en de oudste van de jongeren.” Op een dag kreeg ik de kans om Dimitri’s voorprogramma te staan. Voor ik het wist stond ik te draaien in hotel de Ville in Leiden. Op mijn zeventiende verjaardag nota bene. Die avond kreeg ik amper een naald op de plaat gezet. Zo nerveus was ik! Ik bedoel wie was ik nou? Een snotneus uit de provincie ja. Ik draaide amper een maand of 2. Toch heeft het op de een of andere manier een verpletterde indruk gemaakt. Niet lang erna draaide ik in de Roxy. Mijn doorbraak was een feit. Ineens wist iedereen in de scène wie ik was en vrij snel erna ook de mensen in andere clubs en festivals in Europa.

Vervolgens is jouw carrière in een stroomversnelling geraakt? Wat herinner je je daar nu van?

Als ik toen had geweten wat ik nu weet, had ik een hoop geld kunnen verdienen. Ik heb er niks aan overgehouden. Goed, echt arm ben ik natuurlijk niet geweest maar verhoudingsgewijs ben ik een dief van mijn eigen portemonnee geweest, ik bedoel, ik ben echt een paar jaar ongelukkig geweest omdat ik optredens moest doen voor weinig geld. Ik was ook zo naïef. Dat is het nadeel van pionier zijn. Je moet en de hete kolen uit het vuur halen, en jezelf opofferen tegelijk.

Wat betekende het deejay bestaan voor jouw persoonlijke leven?

Van het een op het andere moment stortte de media zich op mij. Daarna is mijn leven geen moment meer hetzelfde geweest. Alles was constant in beweging. Ik heb wel nog geprobeerd om een blauwe maandag te studeren maar dat mislukte. Ik woonde letterlijk met mijn platen samen – tussen de platen op een achteraf zolder in A’dam zuid. Zo leefde ik. Als er iemand op bezoek kwam moest ik altijd waarschuwen ‘let op de platen’ haha. Inmiddels heb ik mijn kantoor (magma agency) buiten mijn huis geplaatst, omdat het mijn privé sfeer verstoorde.

Terug naar het midden van het fin de siècle – 94 - 95 – 96 CHEMISTRY, A'dam?

Er werd mij gevraagd of ik mede eigenaar wilde worden. Dat heb ik destijds geweigerd omdat ik een andere kijk over de ultieme clubavond erop nahield. De overgang van de Roxy naar de Escape was noodzakelijk omdat die eerste dichtging, en zoiets is natuurlijk nooit goed. De Escape bezat een heel andere vibe dan de klassieke Roxy, daarom wilde ik er hooguit zijdelings bij betrokken zijn. Er werd daar gedraaid voor een te breed publiek. Muzikaal gezien stond het mijlenver van me vandaan. Ik stuitte op een paradox ; het underground publiek verweet me dat ik te commercieel draaide, en het top 40 publiek bekritiseerde me op het feit dat ik te ondergronds draaide. Da’s mijn juk ook altijd geweest, dat ik muzikaal gezien te breed ben. Tussen de wal en het schip, ik weet heel goed waar dat is, die plek. House ontstond als een experimenteel, orgastische dansvorm – evolueerde, en viel in legio stromingen uiteen. het ten prooi aan de marketingspecialisten – en mensen die er dollartekens in hoorden. Da’s van alle tijden. Wat dat betreft is er in 15 jaar niks veranderd. Als je in Nederland bepaalde radiozenders aanzet, hoor je hooguit een afgeleide/ van wat housemuziek ooit was. In de volksmond is alles house of dance maar mij klinkt het erg ongezond en slecht in de oren. House is van oorsprong een geweldige, creatieve stroming, de eersten die ermee bezig waren puristen.
Er is dan ook geen land dat zo’n beroerde radio heeft dan Nederland. Zo fantasieloos en voorspelbaar. Iedereen weet dat de muziek uit de top 40 niet per definitie de beste is, waarom moeten we daar dan toch 24/7 naar luisteren?

Met twee cd’s in de album top 100, een agenda vol optredens en een overexposure aan media aandacht op radio, tv en tijdschriften beleefde ik ironisch genoeg – juist in die tijd - mijn eigen commerciële hoogtepunt. Dat ligt nu alweer een tijd achter me. Op dat punt ga ik niet meer komen, omdat ik me muzikaal gezien teveel gespecialiseerd heb. Alleen internationaal gezien is mijn ster nog rijzende. Daar zie ik mijn groei in. Ik ga me nu meer focussen op produceren – eerst werd dat opgeslokt door de optredens. Het liefst zou ik het muzikaal gezien nog dieper uitkristalliseren.

Hoe kom jij aan zulke prachtige, exclusieve tracks? Reis jij bijvoorbeeld stad en land af om exclusieve platen te scoren?

Vroeger wel, dan worstelde ik me door een enorme stapel vinyl heen. Soms 200, 300 releases per week. Stond je naast elkaar in de bakken te graaien. Je moest ze aandachtig beluisteren en dan nam ik er van de 100 soms nog maar een of twee mee. Tegenwoordig doe ik dat niet meer, het is zonde van mijn tijd. Als ik in een ander land ben, ga ik wel even kijken wat ik daar kan vinden, maar het meeste krijg ik van pluggers of via collega’s, en dan is er ook nog internet. De exclusiviteit komt nu gewoon naar je voordeur. Hierdoor heb ik meer tijd om culturen op te snuiven als ik reis.

Is dat niet eenzaam? " Life on the road?" Integendeel. Ik vind het heerlijk om af en toe een weekend of een week alleen te zijn in een nieuwe, inspirerende omgeving. Je ziet Nederland en al je sores steeds kleiner worden. Je stapt in een soort droom vacuüm – een andere wereld, een minivakantie. Er is niets therapeutische dan dat. Natuurlijk kleven er ook nadelen aan. Er zijn landen waar ik me minder thuisvoel als mens, zo ben ik bijvoorbeeld al een paar keer aangerand. Dat had te maken met mensen die in de security zitten. Sommige mensen vinden het heerlijk om je te beschermen, anderen kicken er juist op om misbruik te maken van hun machtspositie. Dat zie je wel vaker in beroepen waarin status en pakken een allesbepalende rol spelen. Van de groepies heb ik juist geen last, integendeel – zij zijn degenen die me het meest respecteren.

Ik las op je site dat je van plan bent om China aan te doen?

Sinds kort heb ik een agent daar, we zijn bezig om een tour te plannen. Het nadeel van die nieuwe markten is dat ze zo elitair zijn. Dat alleen de rijke mensen het zich kunnen veroorloven om uit te gaan. Dat een klein groepje de trends legt en dat jij er achteraan huppelt. Het doet nogal wat bekrompen aan.

In welke landen draai je het liefst? Het liefst draai ik in Zuid-Amerikaanse landen. Daar heerst echt een andere vibe dan in Nederland. Daar is het veel losser. Vrijer, met alle voor en nadelen die daarbij horen. Maar muzikaal gezien voelen die landen als een bevrijding. Die mensen breken de tent af. In Zuid-Amerika kun je een feestje neerzetten. Nederlanders zijn wat dat betreft een stijf en klinisch volkje. Ik merk dat als ik gepassioneerd over iets kan zijn, mensen zoiets hebben van ‘doe ff normaal, je moet wel in het gareel lopen.’

Ben jij op je 45ste nog altijd deejay?

Ik zou niet weten waarom niet, Erick. Deejays als Carl Cox zaten pas na hun 40ste op hun hoogtepunt. Ik kan ook geen reden bedenken waarom je ermee zou willen stoppen, misschien uit angst om als een soort Tina Turner te eindigen. Maar dan nog, ik zag haar laatst op tv en ze barst nog altijd van de energie. Hoe ouder ik word hoe lekkerder ik het draaien ga vinden. Maar er waren tijden dat ik het minder vond. Dat kwam vooral doordat de mensen waarvoor ik draaide mijn muziek niet goed vonden. Ik weet nu waar ik sta, ben nog nooit zo goed geweest en heb mijn eigen sound, mijn eigen identiteit helemaal uitgekristalliseerd. Ik word nu een soort techno-deejay genoemd. Die cross-over vind ik zelf erg prettig. Als ik vroeger geboekt werd als house dj zeiden mensen ‘je draait techno’ en als ik als techno dj op het podium stond zeiden ze ‘je draait house’ Maar binnen die cross-over draai ik tegenwoordig ook veel andere stromingen – van retro-elektro, minimum. Als je mij echt carte blanche zou geven zou ik een soort organische cross-over draaien tussen uptempo akoestische muziek, en elektronische muziek. Da’s de essentie van mijn “All is one” label. Daarin is het de bedoeling om zoveel mogelijk stijlen bij elkaar te brengen; van etnische dance, tot barok, en van psychedelictrance tot een oude house plaat uit 1990, wij verweven het zo dat het 1 harmonieus geheel wordt en daarmee onderbouwen we de onlosmakelijke verbondenheid der dingen. Da’s echt a dream come true. Een van mijn protegees, Tommy, speelt daarin een belangrijke rol. Hij is echt geniaal die jongen. Hij mixt opera met reggea, barok met soul, waanzinnig. Hij is geen publiekdeejay. Je moet hem niet zomaar ergens neer zitten want hij draait echt voor zichzelf. Maar da’s nou juist zo leuk aan hem. Verder werk ik samen met Out of Juna aan vier tracks voor het label. Als componiste heb ik nog nooit zo’n goed gevoel over mezelf gehad. Dus het antwoord is ja, op mijn 45ste sta ik nog steeds te draaien; ik denk echter wel dat je een verschuiving zult zien; van minder draaien en meer produceren.

Jij draait tegenwoordig veel in Islamitische landen als Algerije en Tunesië worden vrouwelijke deejays geaccepteerd daar?

(lacht) Ze hebben er nooit problemen mee gehad, daar. Sterker nog; ik word nergens zo hartverwarmend ontvangen als daar. Ze lijken me ook niet zo strenggelovig als aangenomen wordt. In de loop der tijd heb ik die moslims echt superdronken de tent uit zien strompelen. Je vraag vloeit waarschijnlijk voort uit het feit dat je geconditioneerd bent door de eenzijdige berichtgeving van de media.

Wat is volgens jou de oorzaak dat religie sinds het begin van het nieuwe millennium zo opleeft?

Ik denk dat, zodra mensen wijzer worden, zij in zullen zien dat iedereen zijn eigen inbreng met betrekking tot het goddelijke heeft, en dat dat gevrijwaard is van dogma’s en wetmatigheden. Uiteindelijk is alles 1, bestaat alles uit dezelfde energie. Da’s zelfs wetenschappelijk te onderbouwen. Je hebt bijvoorbeeld de kwantumtheorie waarin de kleinste deeltjes van atomen reageren precies reageren zoals de onderzoeker dat verlangt. Da’s duidelijk wetenschappelijk bewijs voor de enorme kracht van het menselijke bewustzijn. Iedereen is God in zijn eigen bewustzijn. Religie is een dogma, een tactiek om controle in de samenleving te handhaven. Da’s van alle tijden en daar wordt gretig gebruik van gemaakt in zowel westerse als oosterse culturen – en wij zitten er middenin. Voor fundamentalisme geldt hetzelfde, juist in tijden als deze die aan verandering onderheven zijn, grijpen groepen mensen terug naar vaste normen en waarden. Er is niets nieuws onder de zon. Maar ik beschouw deze tijd absoluut niet als een donkere periode, of een op handen zijnde apocalypse, ik heb geleerd door de duisternis, de lelijkheid heen te kijken. Als iedereen leert verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen daden is het paradijs misschien niet eens zo ver weg als we denken.

WEBSITE DJ 100% ISIS

Isis stelde speciaal voor Oxfam Novib de cd Pulse samen; een limited edition collector's item! Check het HIER

Dit interview werd onlangs opgenomen

Steely Dan: Demonen uit de doos van Pandora

ALBUM: THE ROYAL SCAM - Steely Dan

Hun hippe, gelikte arrangementen en sarcastische gitaarsolo’s hadden hun geheim natuurlijk allang verraden: Walter Becker en Donald Fagen waren jazzveteranen in hart en nieren. 'The Royal Scam' uit ’76 was in alles een jazzplaat. Behalve in naam. Pretzel Logic had hun liefde voor jazzvirtuoos Charlie Parker ('Charlie Freak' & 'Parker’s Band') blootgelegd. Your Gold Teeth part II was ‘pure bebob’, en op de hoes van zijn soloalbum The Nightfly, liet Fagen zich zelfs portretteren op de troon van God: als jazz-deejay. (zie foto links)


Becker en Fagen ontleenden hun naam aan de dildo’s Steely Dan I, II, en III uit William S. Burrough’s beruchtste novel 'The Naked Lunch'. Een voor buitenstaanders haast onbegrijpelijke anti-roman, die zich kenmerkte door een onbegrijpelijke stroom van alternatieve filosofieën, schrikbeelden en hallucinaties. Voortkomend uit wat Burroughs zelf ‘a stream of consciousness’ had genoemd. Een techniek waarbij de schrijver zichzelf middels drugs en alcohol in hogere sferen brengt, en zijn gedachten en beelden intuïtief aan zijn typemachine toevertrouwt. Dat maakte The Naked Lunch voor The Dan hét kussensloopboek om naar een alternatieve manier van schrijven en musiceren te kijken. Met als gevolg: onontkoombare parallellen tussen dichter en band. De illegale kunstenaars in Parijs, het gezelschap van pseudo - koloniale misfits in de interzone van Tanger, het gedrogeerde uitschot in Swinging London: het zit er allemaal in, gefaseerd, en getransformeerd naar een ondoorzichtig, muzikaal cocon van metaforen en allegorieën.


Op de albumhoes van 'THE ROYAL SCAM' is die sfeer vertaald naar een surrealistische fantasiewereld. Een nachtmerrie waarin bedrijfswolkenkrabbers tot vleesetende demonen metamorfoseren, die zich schaterlachend op een onttakelde yup storten. Vaag als de hersenspinsels van Burroughs zelve, die in zijn universum een sfeer opriep van clandestiniteit en verwarring. Dat maakt van 'The Royal Scam' een soort 'symbiose' van literaire MTV. Een cut up, zo je wil. Het is alsof Fagen en Becker, in navolging van hun geliefde poëet, met hetzelfde heimelijke genoegen de demonen uit de doos van Pandora op je loslaten; gokverslaafden (‘Green Earrings’), stalkers (‘Haitian Divorce’) bohémiens (Ken Kasey alias Kid Charlemagne) en de woedende terrorist uit Don’t take me alive. Het zijn allemaal misfits, die op slinkse wijze de wereld trachten te ontkennen die hen ontkent. Of, zoals Fagen het ooit duidde: ‘…mensen voor wie het leven een hel is, want ‘the happy few’ zijn niet interessant. Dat voert terug naar de Grieken. Naar Homerus en de oorsprong van het menselijk drama.’

Can you hear the evil crowd
The lies and the laughter
I hear my inside
The mechanized hum of another world
(dON'T TAKE ME ALIVE)

Met name het nummer ‘Don’t take me alive’, dat verhaalt over een afvallige die getroffen wordt door instant mentale gekte, laat me nog altijd iets voelen van de wil die ik had om – net als die beatdichters - aan de rand van de samenleving te leven. Dat zou mijn artistieke groei nog eens ten goede komen, meende ik toen.

Vanaf de eerste gitaarrif weet je: hier is geweldige muziek aan de macht, los van tijd en ruimte. De dreiging die van het nummer uitgaat, past moeiteloos in een film van David Fyncher, of Lars von Trier, en is op de platenhoes van The Royal Scam vertaalt is naar een prachtige, surrealistische fantasiewereld. Een nachtmerrie waarin bedrijfswolkenkrabbers tot vleesetende demonen metamorfoseren die zich schaterlachend op een onttakelde yup storten (hoe 2008/09, bedenk ik nu). Behalve dat het je confronteert met je eigen spoken, reflecteert het boven alles de oerangst van het Amerika in de jaren zeventig: uitsluitingsangsten, seks- en faalfobieën, en de aangetaste illusies van de Amerikaanse democratie (de Vietnam oorlog, JFK, het Watergate - schandaal). De ideale voedingsbodem voor de ondergangsgelovige, kortom. Fagen laat horen dat hij die roerige jaren zeventig toen al verwerkt had, en trekt die lijn de toekomst in. Daar zegt ‘Don’t take me alive’ nog altijd iets over onze tijd, over Volkert van der G. Of Jason W. Of oplichters als Bernard Madoff.

The Dan beleefde hun hoogtijdagen aan het eind van de jaren zeventig maar keerde begin deze eeuw onverwachts terug met twee nieuwe meesterwerken: 'Two against nature' (2000) en 'Everything must go' (2003) waarvoor ze in Amerika terecht vele prijzen ontvingen. Inmiddels zijn er negen unieke pracht albums gereleased waarop complexe, door jazz beïnvloede structuren en harmonieën, als mede hun intellectualisme, meesterlijk met elkaar verweven werden. Maar net als hun grote voorbeeld William S. Burroughs wisten ze in Nederland nooit het grote publiek te bereiken. Hier waren het vooral de fans, de pseudo’s, waaronder radiodeejays Rob Stenders, en Jan Douwe Kroeske, die hun status naar een mythisch plan brachten. Ondanks hun muzikale genie, verklaarden Fagen en Becker in een van hun laatste diepte-interviews dat ze bij voorkeur herinnerd willen worden als beatdichters. Da’s geen wishfull thinkin’. De inventieve symboliek van hun werk kan de associatie doorstaan met dat van dichters als Arthur Rimbaud, Allen Ginsberg, en de eerdergenoemde William Burroughs, en in het katalyseren van hun ‘jazzrock’ heeft hun muziek, meer dan wie dan ook, de kracht gehad om de lotsbestemmingen van andere musici voorgoed te veranderen.


website van Steely Dan tref je HIER aan


dit popessay verscheen eerder in Passionate Magazine en dagblad Trouw

Wednesday, August 12, 2009

Medicine for the soul

Afgelopen zondagavond was uw afvallige platenruiter te gast bij NERD ALERT het waanzinnige programma van Marcel en Marjolein in de studio's van Radio Aalsmeer. Daar bevond zich ook het zogenaamde ' stofnest', een ondergronds magazijn vol forgotten 45's, waaronder:



After 7 - Ready or Not



Johnny Gill - My, my, my



Janet - Come back to me




Muziek slaagt erin om twee realiteiten in elkaar te laten haken: in dit geval de zomers van 1990 en nu. Pure medicine for the soul. Those were the days, Corazona!

p.s. de stoffige, maar inmiddels zeer waardevolle MJ singles heb ik maar netjes laten staan ;)

Tuesday, August 11, 2009

Human Nature



'Reaching Out
To Touch A Stranger
Electric Eyes Are Ev'rywhere'
(Michael Jackson - Human Nature)




‘We moeten dood. Nu!’

Het duurde even voordat de betekenis van haar uitspraak tot me doordrong.
‘...binnen het perspectief van de eeuwigheid zal het weinig verschil maken of ik zelfmoord pleeg of niet. Ik ga hooguit wat eerder over de eindstreep dan verwacht.'
‘Niet waar,' zei ik, 'als M I C H A E L J A C K S O N op zijn zestiende zelfmoord had gepleegd', had de wereld een genie moeten missen die de R & B herdefinieerde, de dans op een hoger plan bracht, de videoclip mythologiseerde. En als Arthur Rimbaud zichzelf op zijn zestiende had ter dood veroordeeld dan had de pop, de poëzie en de avant garde er anders uitgezien. Dan had ik misschien nooit schrijver willen worden.’
Lachend keek ze me aan: 'Zonde dat hij dat heeft nagelaten. Nou zitten we met je opgescheept.'
'Gelukkig zijn we allemaal toekomstige doden...'

UIT: mijn toekomstroman ONDERGANGSGELOVIGEN