Monday, November 20, 2006

Sanneke van Hassel: 'Ik train mezelf om overal te kunnen schrijven'

Sanneke van Hassel (1971) debuteerde vorig jaar met de schitterende verhalenbundel IJsregen. Niet nóg een debuut over navelstarend volwassen worden, maar een bundel ijskoude verhalen. Van Hassel schrijft zonder opsmuk; haar personages zijn moeder, werkster of kneden deeg, haar zinnen zijn kort en krachtig. Het korte verhaal is een genre dat het moeilijk te verduren heeft, maar de schrijfster denkt er niet aan om een roman te schrijven. Ik stel u graag voor aan Sanneke van Hassel.

Door Ernest van der Kwast, Ezra Cohen & Erick Overveen.

In 2000 debuteerde je met een kort verhaal in literair tijdschrift Tirade. Hoe kwam je ertoe om een verhaal te schrijven? Had schrijven altijd al je interesse? Schreef je als kind hele schriften vol?

Ik durfde als klein kind niet met mijn ogen dicht in slaap te vallen en lag met wijdopen ogen verhalen te verzinnen tot ik vanzelf in slaap viel. Op de lagere school won ik een schoolkrantenwedstrijd met een helaas verloren gegaan verhaal. Ik weet nog dat het spannend was en dat er een zin in voor kwam waar ik als tienjarige erg trots op was: 'Met de snelheid van Speedy Gonzalez rende zij de trap af.' Op de middelbare school verzamelde ik zinnetjes, gedichten of Latijnse spreekwoorden maar ik ben nooit een dagboekenschrijver geweest die moeiteloos pagina's volkalkt. Ik las veel maar niet met de gedrevenheid en de gerichtheid die ik van collega-schrijvers ken, die bijvoorbeeld op hun zestiende al alles van Nabokov hadden gelezen. Tijdens mij studie had ik schrijfclubjes met vriendinnen, ging naar de Schrijversvakschool om een cursus te doen, besloot de vierjaars opleiding te gaan doen, verkende verschillende genres en hun mogelijkheden en ontdekte Het Korte Verhaal. Ongemerkt werd schrijven steeds belangrijker in mijn leven. De Schrijversvakschool, die ik niet voltooide, was behalve door de verschillende invalshoeken en het commentaar dat ik kreeg, belangrijk omdat ik een structuur vond, het schrijven kreeg een plek in mijn dagelijks leven, in plaats van dat het erbij hing. Het voornaamst was dat ik me er steeds meer bewust van werd dat het de enige activiteit is waar ik echt voldoening van krijg. Ook al is het prut wat ik heb gemaakt, toch ben ik als ik heb geschreven vaak rustig en gefocust, en dat heb ik verder met bijna geen enkele activiteit.

In 2005 verschijnt dan je debuut, de verhalenbundel IJsregen. Heb je vier jaar achtereen zitten werken aan je boek of heb je eigenlijk niet aan een boek geschreven, maar steeds aan een afzonderlijk verhaal, en was er ineens een boek?

Het is allemaal heel organisch gegaan. Ongeveer een derde van de verhalen kwam tot stand in de tijd dat ik op de Schrijversvakschool (vanaf '99) zat. Ik stuurde af en toe iets naar een tijdschrift, vaak aangemoedigd door docenten. Zelf hield ik veel af, ook als er soms na publicatie van een verhaal uitgevers belden. Ik had het idee dat ik eerst een hele grote la vol ongepubliceerd werk moest hebben, en moest weten waar ik nou eigenlijk mee bezig was. Wat mijn onderzoek was wat vorm en inhoud betreft, om het deftig te zeggen. Uiteindelijk maakte ik toch maar een afspraakje met Victor Schiferli, mijn redacteur bij De Bezige Bij. Een jaar later hadden we nog eens contact. Hij zei dat De Bij voorzichtig was met debuten, dat ze een reputatie van het Rosa Spierhuis (fameus bejaardenthuis voor kunstenaars) aan het opbouwen waren. Inmiddels is dat met veel nieuwe aanwas overigens niet meer zo. Ik zelf twijfelde vooral over de omvang van de uitgeverij, ik ben heel erg van de kleine organisaties en het zelf doen. Maar ik kon me wel vinden in hun fonds, vooral in de dichters, en vond het prettig dat Victor ook poëzieredacteur is en dus op de details let. In de zomer, ik geloof nadat de directeur zich enthousiast had betoond, ging het snel. Ik heb toen nog twee verhalen erbij geschreven, een paar terzijde gelegd en de meeste nog eens kritisch herzien. Uit een verhaal dat al gepubliceerd was heb ik bijvoorbeeld nog een derde weggesneden.

Werd je niet gepusht een roman te schrijven? (Ook niet een klein beetje?)

Bij mijn eerste gesprekken met De Bezige Bij is hier wel naar geïnformeerd. Maar vooral de ambities om het niet bij één boek te houden werden getoetst. Nooit is mij door hen expliciet gevraagd om een roman, maar mijn redacteur wees me er onlangs wel op dat ik dan veel meer zou verkopen. IJsregen doet het goed voor een verhalenbundel maar het genre is minder populair dan de roman. Bijna iedereen die ik spreek pusht me dan ook verder in die richting te gaan, maar ik zie het er voorlopig niet van komen. De ideeën die ik heb zijn allemaal voor korte verhalen. Ik zet me op dit moment liever in voor het verder ontdekken van het korte verhaal en de bevordering van de verspreiding van dit genre! Ik vind het mooi dat goede korte verhalen iets geheimzinnigs hebben en een groot beroep op de verbeelding doen. Joost Zwagerman schrijft dat het net als een popliedje in je hoofd blijft hangen, en vaak begrijp je niet goed waarom. Die impact wil ik maken en dan het liefst met zo weinig mogelijk.

IJSREGEN is lovend ontvangen door de literaire kritiek. Arjan Peters noemde je boek - net na verschijnen - zelfs 'het beste boek van dit voorjaar'. Begin dit jaar ben je genomineerd voor de Vrouw & Kultuur Debuutprijs. Hoe belangrijk zijn recensies voor jou? En een eventuele literaire prijs?

Ik had niet verwacht dat ik zou worden genomineerd, het is bijzonder dat mensen/critici blijkbaar iets herkennen in hoe ik de dingen zie en weergeef. Dat is echt een wonder dat ik nooit helemaal zal begrijpen. De positieve onthaal is een steun in de rug om door te gaan met schrijven. Tegelijk vind ik het soms jammer dat ik nu meer de druk van de verwachting voel en de zolderkamer anonimiteit er niet meer is. Ik probeer mezelf te trainen ook niet teveel van de kritiek aan te trekken. De mening van iemand die me langer volgt, zoals mijn meelezer en mentor, de schrijver Thomas Verbogt is uiteindelijk het belangrijkst.

Op de website van de Letteren Spreken staat een lijst van debuten gepubliceerd die meedingen naar de DebutantenPrijs. Het zijn er op dit moment 45, maar de inzendingtermijn loopt nog tot en met 31 maart. Ga je alle boeken lezen? Genuanceerder: voel je je verbonden met andere debutanten?

Afgelopen jaar vond ik het het leukst om debuterende generatiegenoten te spreken, over het wel en wee van zo'n eerste boek. Vaak enorm banale gesprekken over semi-literaire zaken en dan ineens heb je het toch over het hart van je werk. Een tijdje las ik veel debuten, maar deze week bedacht ik me dat ik zin heb om me weer meer op de klassieken te richten, daar kun je uiteindelijk toch het meest van leren, vermoed ik.

Je hebt onlangs besloten fulltime schrijver te worden. Was dat een moeilijke keuze?

Half april word ik eindelijk schrijver... (tot nu toe zeg ik 'ik schrijf'). Ik verheug me erop om elke dag aan iets door te kunnen schrijven, maar ik zie er ook tegenop om de hele dag met mezelf in een ruimte te zitten. Ik ben onrustig en houd van variatie. Ik zal het toneelgezelschap 't Barre Land (waar ik nu werk en me veel met organisatorische en publicitaire kwesties bezighoud) erg missen. Ik zou er het liefst 's ochtends een kop koffie drinken en even kletsen. Ik ben een voorzichtig mens, ik wil het vooral doen, schrijven, er niet teveel over nadenken dat of waarom ik het doe. Ik wil mezelf de kans geven erachter te komen waar het dagelijks schrijven toe leidt zonder al teveel vooropgezette ideeën. Ik heb twee zomers vijf weken geschreven en dat beviel heel goed, maar toen zat ik in een hotelletje in Frankrijk en was het leven heel eenvoudig.

Kun je ons inwijden in jouw schrijversleven? Hoe ziet een werkdag eruit? Treedt je ook veel op? Schrijf je reclameteksten voor Vodafone?

Mijn schrijversleven is nu beperkt tot de woensdag. Ik werk vooral 's ochtends, dan ben ik het meest helder. Ik ben geen nachtbraker en ik vermoed dat het schrijven vanaf april een negen tot vijf baan word met 's avonds nog een uurtje nakijkwerk of een beetje mijmeren. Ik vind het fijn om anderhalf uur te schrijven dan een pond sperziebonen schoon te maken, even te wandelen en dan weer verder te schrijven. 's Middags doe ik vooral research en herschrijfwerk. Geen bezeten opsluiten maar tot nu toe meer de kruidje roer me niet-methode dus. Ik train mezelf om overal te kunnen schrijven; ook in cafés, logeerkamers, of in de Rotterdamse bibliotheek. Tot nu toe krijg ik af en toe een opdracht voor een kort verhaal of een monoloog, zoals onlangs voor het Rotterdams Centrum voor Theater. En gisteren belde collega schrijver Laurens Abbink Spaink of ik met hem 50 biografieën en werkbeschrijvingen van beeldend kunstenaars wil doen. Dat is mijn eerste non-fictie opdracht.

Identificeer je je met andere schrijvers? Inspireren zij je ook?

Ik lees graag over de levens van o.a. Colette, Marguerite Duras, Beckett, Tsjechov, Coetzee -schrijvers die ik bewonder maar het gaat niet zover als identificatie. Ik heb nooit idolen gehad in mijn leven. Verder lees ik veel korte verhalen, van Uphoff, Campert en Bernlef en Amerikanen als Carver, Kevin Canty of John Cheever.


Wat is jouw bijbel?

Alles van Charlotte Mutsaers en in het bijzonder haar De markiezin, een klein boek met samenhangende prozaminiaturen. Niet dat ik het er elke dag op na sla maar het doet me goed te weten dat er zo'n vindingrijk, taalbewust, vrolijk, diepzinnig, schijnbaar eenvoudig boek bestaat. Zij weet als geen ander dat schrijven gaat over het volgen van je eigen fascinaties, over hoe je die op onnavolgbare wijze met elkaar weet te verbinden.

website De Letteren Spreken
website uitgeverij de Bezige Bij

Dit interview werd eerder, in ingekorte vorm gepubliceerd op www.literatuur.web-log.nl

VERHALENBUNDELS
IJREGENS

WITTE VEDER (VERSCHIJNT IN 2007)

4 comments:

Anonymous said...

ligt het aan mijn iq ik snap nix van die kwoot

Anonymous said...

Dat onzinnigheid uiteindelijk te verkiezen is boven zinloosheid...

Anonymous said...

pessimistisch hoor !

Anonymous said...

Ik heb drie weken geleden gelachen en uiteindelijk is huilen te verkiezen boven lachen en onzinnigheid!